| 
                 PERSOONLIJKE EFFECTIVITEIT Must (Doel(en)) Het optimaal benutten van persoonlijke kwaliteiten en inzicht hebben en werken aan verbeterpunten  | 
        

| 
                 Modelling (op welke manier wordt gewerkt aan de doel(en) 
  | 
        

| 
                 Match: (wat levert het behalen van de doel(en) op?) De deelnemers kent de huidige status van zijn persoonlijke effectiviteit en heeft inzicht in het vergroten van zijn/haar persoonlijke effectiviteit. De deelnemer maakt een helder doel en stappenplan waarmee het proces van verandering (vergroten persoonlijke effectiviteit) ontwikkeld wordt.  | 
        
                EFFECTIEF COMMUNICEREN
                Must (Doel(en)) Inzicht in het communicatie proces van jezelf en anderen en op welke wijze de communicatie beïnvloed wordt waardoor de effectiviteit vergroot wordt.  | 
        

| 
                 Modelling (op welke manier wordt gewerkt aan de doel(en) 
  | 
        

| 
                 Match: (wat levert het behalen van de doel(en) op?) De deelnemer heeft inzicht in zijn/haar eigen communicatiepatroon. De deelnemer heeft geleerd de communicatie aan te passen aan de gesprekspartner waardoor de effectiviteit en de uitkomst van het gesprek het voorafgestelde resultaat oplevert  | 
        
                PROFESSIONEEL COMMUNICEREN
                Must (Doel(en)) Op een overtuigende wijze in staat zijn een professionele manier van communiceren te hanteren in verschillende situaties.  | 
        

| 
                 Modelling (op welke manier wordt gewerkt aan de doel(en) 
  | 
        

| 
                 Match: (wat levert het behalen van de doel(en) op?) De deelnemer is zich bewust van de invloed zijn/haar communicatie op de ander en heeft geleerd deze aan te passen aan de situatie en gesprekspartner waardoor een gesprek professioneel en overtuigend gevoerd kan worden.  | 
        
                ASSERTIVITEITMust (Doel(en)) Het ontdekken van assertief gedrag en hoe dit gedrag te gebruiken in de verschillende situatie.  | 
        

| 
                 Modelling (op welke manier wordt gewerkt aan de doel(en) 
  | 
        

| 
                 Match: (wat levert het behalen van de doel(en) op?) De deelnemer kent zijn/haar verbeterproces t.a.v. assertief gedragen heeft de eerste aanzetten gedaan dit te verbeteren a.d.h.v. oefening tijdens rollenspellen. De deelnemer heeft een verbeterplan gemaakt.  | 
        




